Relaties

Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen.

Natuurlijk is trouwen een geweldige ervaring maar trouwen betekent automatisch dat je al je bezittingen, maar ook je schulden samen deelt; er ontstaat een algehele gemeenschap van goederen.

Door het opmaken van huwelijksvoorwaarden kan worden afgeweken van de wettelijke algehele gemeenschap van goederen. Wie huwelijksvoorwaarden wil maken, heeft in beginsel een grote mate van vrijheid (contractsvrijheid). Maar niet kan worden afgeweken van regels die ‘gezinsbescherming’ beogen. Zo is altijd de toestemming van de andere echtgenoot vereist voor onder andere het verkopen of met hypotheek belasten van de gezamenlijk bewoonde woning en voor het doen van schenkingen. Ook de wederzijdse onderhoudsplicht is een belangrijke regeling van dwingende aard. Het maken van huwelijksvoorwaarden is van groot belang als een van de echtgenoten een onderneming heeft (om vermogen van de niet-ondernemer te beschermen), maar ook als er bij een van de echtgenoten bijvoorbeeld familiebezit is (of valt te verwachten in de toekomst).

Zoals hiervoor vermeld: De huwelijksvoorwaarden kunnen diverse verschillende regelingeninhouden. Welke, of wilt u verdere informatie over dit onderwerp? Neemt u dan contact met ons op.

Samenwonenden worden door de wetgever met minder zorg omringd dan degenen die op grond van een huwelijk of geregistreerd partnerschap samenleven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat je door te gaan samenleven in beginsel geen recht krijgt op het inkomen of het vermogen van de ander. In het samenlevingscontract kan dit anders worden geregeld.

Daarnaast kunt u in het samenlevingscontract de volgende zaken regelen:

I.de verdeling van de kosten van de huishouding;
II.de eigendom van inboedelgoederen en dergelijke;
III.de huurwoning of eigen woning;
IV.pensioen aanspraken;

Voor bovenstaande punten en de vele andere zaken die geregeld kunnen worden in een samenlevingscontract kunt u bij ons terecht.

Naast het huwelijk en het ongehuwd samenwonen kunnen partners sinds 1 januari 1998 een geregistreerd partnerschap met elkaar aangaan. Dit gebeurt ook bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.

De gevolgen van het geregistreerd partnerschap zijn in vergelijking met een huwelijk grotendeels hetzelfde; er ontstaat onder meer een algehele gemeenschap van goederen, onderhoudsverplichtingen jegens elkaar en volgens de wet erf je van elkaar.

Door het opmaken van partnerschapsvoorwaarden kan worden afgeweken van de wettelijke algehele gemeenschap van goederen. Voor partnerschapsvoorwaarden verwijzen wij u naar de informatie over huwelijksvoorwaarden.

Let echter op als er kinderen zijn! Bij een geregistreerd partnerschap ontstaan niet automatisch familierechtelijke betrekkingen tussen een kind en de andere partner, niet zijnde de moeder. De andere partner moet het kind namelijk erkennen.

Als u meer informatie wenst over het geregistreerd partnerschap en kinderen of andere vragen heeft over het geregistreerd partnerschap, dan wel partnerschapsvoorwaarden neemt u dan gerust contact met ons op.

Er zijn diverse vormen van gezag. Gezag kan worden uigeoefend door ouders en niet-ouders. We maken onderscheid tussen ouderderlijk gezag (1), gezamenlijk gezag (2) en voogdij (3).

1. Ouderlijk gezag
Ouders die getrouwd zijn of die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan hebben samen het ouderlijk gezag over hun kinderen. Bij geregistreerde partners stelt de wet echter wel als voorwaarde dat de mannelijke partner het kind heeft erkend (pas dan is hij juridisch gezien ouder van het kind). Ook na scheiding blijven de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen. Overlijdt een van hen, dan blijft de ander met het ouderlijk gezag belast. Overlijdt ook deze ouder dan benoemt de kantonrechter een voogd over de kinderen, tenzij de ouder in een testament al een voogd heeft benoemd. Wanneer beide ouders tegelijk overlijden geldt hetzelfde.

2. Gezamenlijk gezag
Een ongehuwde meerderjarige moeder krijgt automatisch het gezag over haar kind. Ook als de ouders niet meer met elkaar zijn getrouwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, kunnen zij samen het gezag uitoefenen. Als de niet-getrouwde ouders dit willen, moeten zij hiervoor een verzoek indienen bij de griffie van de Rechtbank. Als de griffier het verzoek goedkeurt maakt hij een aantekening in het gezagsregister. Deze aantekening wordt alleen geweigerd in bepaalde uitzonderingsgevallen.

3. Voogdij
Van voogdij is sprake als een ander dan de ouder het gezag over een minderjarige uitoefent. Die ander kan zowel een natuurlijk persoon zijn als een rechtspersoon. Voogdij kan ook door twee personen worden uigeoefend. Indien er een voogd is dan moet deze ervoor zorgdragen dat de minderjarige overeenkomstig zijn vermogen wordt verzorgd en opgevoed. Hij behoeft dit niet zelf te doen en hij heeft jegens de minderjarige geen onderhoudsplicht. Zijn er twee voogden dan is dit anders. Zij hebben de plicht en het recht om de minderjarige zelf te verzorgen en op te voeden en zij zijn, zolang de voogdij duurt, jegens de minderjarige onderhoudsplichtig. Een voogd wordt in beginsel benoemd door de rechter, maar kan ook bij testament worden benoemd.

Iedere ouder kan bij testament bepalen wie na zijn overlijden als voogd of voogden het gezag over zijn minderjarige kind(eren) zal of zullen hebben. Door die benoeming heeft de rechter hier in beginsel geen taak meer. Een rechtspersoon kan niet bij testament tot voogd worden benoemd. De benoeming van een voogd door een ouder heeft geen gevolg als na zijn overlijden de andere ouder van rechtswege het gezag uitoefent. Dit is het geval als de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen. Overlijdt de ouder die samen met een niet-ouder het gezag uitoefende, dan wordt de niet-ouder van rechtswege voogd over de kinderen. Ook dan heeft de voogdijbenoeming door de ouder geen effect.

De aangewezen voogd hoeft pas na het overlijden te beslissen of hij de aanwijzing aanvaardt. Het is van belang om van tijd tot tijd na te gaan of de bij testament aangewezen voogd nog bereid en in staat is om de voogdij uit te oefenen. Is dat niet het geval, dan zal het testament wat dit betreft moeten worden herroepen. Daarbij kan zo mogelijk een ander als voogd worden aangewezen. De aanvaarding van de voogdij vindt plaats doordat de voogd een verklaring in die zin aflegt op de griffie van het kantongerecht. Ook een ouder die alleen het gezag heeft over een kind kan een voogd benoemen.

Vanzelfsprekend kunnen wij u van advies dienen over bovenstaande, neemt u gerust contact met ons op.

Sinds 1 april 2001 is het mogelijk om een geregistreerd partnerschap automatisch om te zetten in een huwelijk. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. Het komt sindsdien regelmatig voor dat echtgenoten, die hun huwelijk snel willen beëindigen, dit eerst omzetten in een geregistreerd partnerschap en dat vervolgens – zonder tussenkomst van advocaat of rechter – in een dag beëindigen: de zogenoemde flitsscheiding. De taak van de notarisluistert daarbij nauw. Een geregistreerd partnerschap kan, anders dan een huwelijk, in onderling overleg – buiten de rechter om – worden beëindigd.

Voor die beëindiging met wederzijds goedvinden gelden blijkens art. 1:80c sub c. twee vereisten:

I.De partners moeten schriftelijk verklaren dat zij op een bepaald tijdstip een overeenkomst over de beëindiging van het geregistreerd partnerschap hebben gesloten. Deze verklaring moet van een datum zijn voorzien en hij moet zowel door beide partners als door een of meer advocaten of notarissen worden ondertekend.
II.Het geregistreerd partnerschap eindigt door inschrijving van de hiervoor genoemde verklaring in de registers van de burgerlijke stand. De verklaring wordt blijkens art. 1:80d lid 3 alleen ingeschreven indien zij de ambtenaar van de burgerlijke stand uiterlijk drie maanden na het sluiten van de overeenkomst heeft bereikt.

De overeenkomst over de beëindiging van het geregistreerd partnerschap moet in elk geval de verklaring van de partners inhouden dat hun partnerschap duurzaam is ontwricht en dat zij het willen beëindigen. Daarnaast kunnen in de overeenkomst de volgende onderwerpen worden geregeld:

I.of en zo ja, tot welk bedrag, aan een geregistreerde partner een uitkering tot levensonderhoud toekomt;
II.aan wie van de geregistreerde partners gedurende een bepaalde periode het gebruik van woonruimte en inboedel toekomt;
III.de verdeling van een gemeenschap of de verrekening op grond van partnerschapsvoorwaarden;
IV.de verevening of verrekening van pensioenrechten.

De partners zijn niet verplicht deze onderwerpen in de overeenkomst te regelen. Ook als de overeenkomst hierover niets inhoudt is hij geldig. Voor de verdere afwikkeling van de scheiding is het wel van belang dat de partners zoveel mogelijk afspraken vastleggen in deze overeenkomst. Notariskantoor mr. J.G. Lagendijk notarissen kunnen u hierbij behulpzaam zijn.

contact

kantoor

Bozenhoven 137
3641 AE Mijdrecht

Postbus 17
3640 AA MIJDRECHT

Contactgevens

Tel : 0297-281505

Email : lagendijk@notarislagendijk.nl

Openingsuren*

ma – vr:
08:30 – 12:30
13:30 – 17:30

*Buiten kantooruren op afspraak